Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Informatie over personen, van generaals tot soldaten.

Moderators: Exjager, piot1940, Bram1940

Plaats reactie
lieven guffens

Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Bericht door lieven guffens »

Dat “Papa Merckx” de oudste oorlogsvrijwilliger was aan het Belgische front tijdens WO 1 is alom geweten.
Maar hier zou ik het even willen hebben over de jongste : RAYMOND CLEEREN

Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us

Onlangs vond ik een notitieboekje terug, waarin ik zo’n 30 jaar geleden aantekeningen maakte toen wijlen mijn grootmoeder mij over haar familie vertelde. Bij één van haar neven had ze me verteld dat hij nog heel jong was toen hij naar de oorlog trok.
Enkele jaren geleden ben ik meer geïnteresseerd geraakt in die Eerste Wereldoorlog, en dus ging ik op zoek naar meer informatie over die neef. De huidige generatie van onze familie kende de familietak van die neef helemaal niet daar die in Wallonië woonde en er sinds de Tweede Wereldoorlog zo goed als geen contact meer is geweest.

Hier en daar heb ik informatie gesprokkeld, zijn dossier opgevraagd te Evere en tijdens mijn zoektocht naar die onbekende familie kwam ik in contact met de kleinzoon van Raymond. Deze bleek in het bezit te zijn van de memoires van zijn oudoom, een jongere broer van Raymond, die zelf als beroepsofficier carrière maakte (hij bracht het tot Kolonel) en een avontuurlijk bestaan had geleid in Afrika van 1928 tot 1945. Een boeiend boek, waarin hij naast zijn eigen belevenissen ook kort vertelt over zijn familie. O.a. ook over het bewogen leven van zijn broer Raymond.
En al gauw bleek dat Raymond niet alleen jong was, maar ook als de jongste Belgische oorlogsvrijwilliger beschouwd werd.

Al deze informatie bijeen gepakt levert ons het volgende verhaal op :

Raymond Cleeren werd geboren te Kerkom (bij St-Truiden) op 13.5.1899. Zijn vader was de dorpsonderwijzer en gemeenteontvanger. In het gezin waren 6 kinderen (6 andere waren vroegtijdig of bij de geboorte overleden). Raymond was als kind reeds een “rebels manneke”. Zijn vader moest hem dikwijls grondig aanpakken en straffen, en ook op school wisten ze niet wat hem aan te vangen. Als puber was hij een knaap van middelbare grootte maar zeer fors gebouwd. Op weg naar school deed hij niets liever dan relletjes en vechtpartijen uitlokken met oudere jongens. Of ze nu ook 15 of 25 jaar waren, dat was geen probleem. Hij verloor nooit. Dat vond hij prettiger dan naar school gaan.

Toen de algemene mobilisatie afgekondigd werd moest zijn oudste broer, Joseph Modest Cleeren (°1884), die 15 jaar ouder was dan hij en met zijn jonge gezin te Visé woonde, het leger vervoegen. Kort daarop kreeg Visé het zwaar te verduren.
Toen de uhlanen en de soldatencolonnes St-Truiden en omgeving bereikten moest vader Louis dit met lede ogen aankijken, met spijt dat hij al te oud was (55 jaar) om die vijand te gaan bestrijden. En blijkbaar kriebelde het ook bij de jonge Raymond.

Op 12.4.1915 trok hij, 15 jaar oud, met een klasgenoot die een beetje ouder was dan hij, beiden met korte broek en een pakje schoolboeken onder de arm, in plaats van naar school, van Kerkom via Tongeren naar Vroenhoven. De elektrische draad was daar al aanwezig, maar ze slaagden erin om toch de grens over te geraken. Hebben ze “den draad gedaan” ? Dat is niet duidelijk. Persoonlijk denk ik dat het zou kunnen mogelijk zijn dat ze gewoon de grens zijn over gewandeld aan een overgang. Daar men alleen mannen viseerde tussen 17 en 35 jaar hebben de 2 jeugdige jongens misschien geen problemen gehad.

Ze gingen zich aanmelden te Maastricht om dienst te nemen in het Belgische leger. Maar voor Raymond was er een probleem : hij was nog geen 16 en kon dus niet aanvaard worden. Na heel wat discussie en veel blabla werd hij uiteindelijk dan toch 16 jaar verklaard en kon hij met zijn kameraad naar Amsterdam trekken. Hij kreeg het stamboeknummer 1855.
In Rotterdam scheepten ze in naar Folkstone in Engeland.

Op 16.4.1915 meldde hij zich in Folkstone aan om als vrijwilliger dienst te nemen en hij werd aanvaard.
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us

Wisten zijn ouders hiervan ? Waarschijnlijk niet. Zijn moeder heeft de gehele oorlog door gebeden en is talloze malen naar de kapel van de “Bruine maagd” gegaan, op een half uur stappen van Kerkom, om te gaan bidden voor haar 2 zonen aan het front, waarvan de oudste echter nooit zou terugkeren.

Vanaf 16.4.1915 tot 22.10.1915 volgt dan zijn opleidingsperiode.
Na ingescheept te zijn in Engeland kwam hij dus in Frankrijk aan en werd hij naar het Centre d’Instruction van de 3e DA te Saint-Lô gestuurd, als “vrijwilliger voor de duur van de oorlog en in actieve dienst”. Nog steeds in korte broek. De reis van huis naar Saint-Lô had zolang geduurd dat hij ondertussen (op 15 dagen na) al bijna 16 jaar was. In dat opleidingscentrum nam hij deel aan de dagelijkse oefeningen, maar in burgerkledij en … in korte broek. De plaatselijke inwoners die hem opmerkten wezen hem aan zeggende : “Tiens voilà, le petit belge !”.
Toen hij 16 jaar werd kreeg hij een uniform en zijn eerste lange broek. Daarna kreeg hij van de plaatselijke bewoners de commentaar : “Tiens, le petit belge est parti !”

Uit deze periode heb ik een brief, geschreven door Oscar Cleeren (inwoner van Veurne, maar voorlopig verblijvende te Leisele) aan zijn priester-broeder Joseph Cleeren (te Leuven), beide neven van Raymond : (5.6.1915), waarin ik bevestigd vind dat Raymond dan in Frankrijk zit.
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us

Vanaf 23.10.1915 tot 31.1.1919 : actieve dienst aan het front.

Na ongeveer 5 maanden opleiding was hij klaar voor het front. Gedurende de 3 komende jaren zou hij kennis maken met de ware oorlogsgruwel o.a. te Oud-Stuivekenskerke, de Dodengang (2 of 3x), Merkem, Houthulstbos enz. Zijn gedrag aan het front was zoals altijd : frank, energiek, doorzettend en van niets bang.
Op die 23.10.1915, hij was toen 16 jaar en 4 maanden, vervoegde hij het 9e LR 2e Bat. 2e Cie, die op dat moment in de buurt van Ramskapelle lag.
Het 9e LR verblijft daar in die periode in verschillende delen van het front tussen Ramskapelle en Diksmuide. Het verblijf daar is afmattend en dag en nacht moet er gewerkt worden om de sector en de loopgraven verdedigbaar te houden.

Op 22.4.1916 werd hij overgeplaatst naar het 14e LR 3e Bat. 4e Cie.
Op 1.10.1916 ontving hij zijn eerste frontstreep.

Op 26.12.1916 werd hij overgeplaatst naar het 18e LR, dat zopas ontstaan was uit ontdubbeling van het 8e LR. Dit 18e ging dan in rust te Bulskamp om zich verder te organiseren.

Op 20.1.1917 trok het 18e LR terug naar het front, sector Ramskapelle.

Vanaf 11.2.1917 verbleef hij 4 dagen op de infirmerie.

1.4.1917 : tweede frontstreep.

Van 4.5.1917 tot 6.7.1917 lag het 18e LR te Boezinge, de “bommensector”. In deze periode waren er nl. veel beschietingen door de Duitsers als vergelding op de artillerieaanvallen van de Britten. Het 18e dat net links van deze Britten lag, kreeg hiervan zijn deel. Boezinge was als een drassig maanlandschap, waar beide partijen enkel door een kanaal van elkaar gescheiden waren en op zo’n 50 meter van elkaar lagen. Het 18e had een goed uitgebouwde eerste linie met piket in boerderijen net achter de sector en met halve rust in de “Lion Belge”.

Begin juli 1917 ging het 18e en de rest van de 4e divisie in grote rust. Ze verlieten het front richting Calais. Eerst verbleven ze 3 weken te Marck en daarna gingen ze verder naar Marquise en Cap Gris-Nez, waar de soldaten bij de burgers thuis verbleven en genoten van het leven. Ondertussen vielen honderdduizenden lotgenoten in de modder rond Ieper (o.a. Slag bij Passendale).
Tijdens deze rustperiode werd Raymond Korporaal benoemd (25.7.1917) en 3 dagen later gaat hij van de 11e Cie naar de 6e Cie. Hij is dan 18 jaar oud.
Op 5.10.1917 krijgt hij zijn derde frontstreep.
Hij krijgt ook een speciale vermelding in de legerdagorder omdat hij als nog geen 16-jarige zich engageerde om voor de duur van de oorlog in dienst te blijven, voor zijn reeds langdurige aanwezigheid aan het front, zijn moed en zijn goede inzet.
Op 6.11.1917 ontving hij reeds het Oorlogskruis.
De grote rust duurde tot 10.11.1917.

Van 11.11.1917 tot 13.2.1918 bezette het 18e de sector Merkem.
Deze sector was zopas door de Fransen op de Duitsers veroverd ten koste van vele levens. Hier staan de bunkers jammer genoeg met de opening naar de verjaagde vijand gericht. Er zijn geen loopgraven en men moet er door slijk, modder, besmette obusputten en tussen de lijken van de voorbije slag kruipen. De soldaten moeten zich soms aan een wit lint of aan elkaar vast houden om niet verloren te lopen. Er is mist, sneeuw en extreme vorst. Af en toe verschrikkelijke bombardementen, ook met gas. De Fransen noemen deze sector Le Verdun-Belge. Rond Kerstmis werd het een beetje rustiger.
Men lag 2 dagen in eerste linie, zonder warm eten en dan was men 1 dag van piket in de ruïnes van Merkem, waar de zuil stond : “Hier ons bloed, wanneer ons recht ?”. Tijdens de halve rust verbleven ze in barakken in Oostvleteren.
Na de bezetting van de sector Merkem, op 13.2.1918, ging het 18e in rust voor 5 weken te Leisele en Killem tot 21.3.1918. Dan werd de eenheid in reserve gehouden te Pollinkhove.

Mogelijk is Raymond in deze sector Merkem gewond geraakt want van 24.2.1918 tot 20.3.1918 verblijft hij in levensonderhoud bij het 19e LR. “ En subsistance” zegt men dan. Daarna keerde hij weer naar zijn eenheid, in Pollinkhove in rust.

De compagnies de Subsistants werden opgericht op 13.1.1915. Hun taak bestond erin om de militairen verwijderd van hun eenheid, dwz ontslagen zieken en gewonden, verlofgangers enz. te voorzien van onderdak, levensmiddelen en soldij. Teven werd hun vertrek naar hun eenheid van hieruit geregeld en gecontroleerd. Qua organisatie werd er een officier aangesteld om dit meestal administratief werk te klaren. De verantwoordelijke officier, meetal de Commandant van een in de regio gelegerd Opleidingscentrum, kon dan het nodige aantal manschappen mobiliseren om de karweien uit te voeren. Het bureel van de compagnie fungeerde ook als rekruteringsbureau.

Lenteoffensief.Kort nadat hij zijn eenheid dus weer vervoegde, kwam het zogenaamde Lenteoffensief op gang. Duitslands laatste kans ?
Tussen einde maart en einde april werd het 18e LR op verschillende plaatsen in de Salient ingezet waar ze er Britse troepen aflossen die naar de brandhaarden moeten om samen met andere Britten de Salient strategisch in te korten en de “bult” rond Ieper te verfijnen.
Het is een tijd van afwezigheid van duidelijke frontlijnen, beschietingen met o.a. gas en vanuit vliegtuigen. Er zijn verschillende bombardementen : rechts van hen, achter hen, ter hoogte van de Kemmelberg en soms ook van bevriend onprecies mortiervuur van de Britten. Er zijn vele doden en gewonden in de onveilige steeds veranderende, gevaarlijke sectoren.
Door de vele beschietingen woelen de doden van de verschillende slagen rond Ieper naar boven, en de lijken van vriend en vijand zorgen er voor apocalyptische taferelen en smeuïge geuren. Dit en de zogenaamde strategische terugtrekkingen van het in 1917, ten koste van zoveel levens, moeilijk veroverd terrein, evenals de slechte weersomstandigheden doen geen goed aan de moreel van de uitgeputte Belgische jongens.
Even dag na dag het Lenteoffensief, specifiek voor Raymond en het 18e LR.
-Op 27/03/1918 's avonds lost het 18de linieregiment de Dorset fusilliers af in de sector Poelkapelle.
-Vanaf 30/03/1918 bloedt de Duitse aanval dood.
-Van 3/04 tot 8/04/1918 rust het 18de linieregiment uit in Woesten (kamp Vandamme). Hier ontvangt Raymond Cleeren zijn vierde frontstreep.
-Op 9/04/1918 gaat het 18de linieregiment terug in eerste lijn ten Noorden van de sector Poelkapelle, de zogenaamde sector "Kortekeer", ter aflossing van het Belgische 10 linie.
-Op 13/04/1918 verkort het Britse leger de Salient, de Belgen trekken in hun stukje front mee terug, het 18de linieregiment tot aan de Steenbeek. Die operatie is voltrokken op 16/04/1918 om 6 u ‘s morgens.
-De nacht van 17 op 18/04/1918 gaat het 18de linieregiment op rust naar Proven.
-Op 16/04/1918 nemen de Duisters de hoogte van Wijtschate in en rukken op naar Kemmelberg.
-Net aangekomen te Proven wordt de volledige 4de Divisie met de Britse fronttram naar Elverdinge gebracht. Het 18de linieregiment lost er de 30ste (en 36ste) Britse Divisie af in die sector tussen Langemark en St.-Juliaan. De Britse troepen moeten naar Kemmelberg.
-Op 17/04/1918 aanval van Duitsers op Merkem met inname van "de Kippe" en progressie die door het Belgisch leger (derde divisie vnl. maar op rechter flank uitlopers van vierde divisie) tegen ‘s avonds wordt te niet gedaan.
-Op 25/04/1918 nemen de Duisters de Kemmelberg in maar de aanval deint uit eind april
-De Belgen volgen een nieuwe inkorting van de Salient, het 18de LR doet dat nog één km en blijven er werken aan de uitbouw van de "nieuwe" sector.
-Op 19 mei mag de 4de divisie gaan rusten in de Sint-Sixtus abdij in Westvleteren.
Blijkbaar was Raymond tijdens dit offensief weer gewond geraakt want tussen 27.4.1918 en 21 mei 1918 was hij weer “en subsistance” bij het “peloton de fontainiers” van de 4e DA. Daarna vervoegde hij terug zijn eigen eenheid in de abdij te Westvleteren. (die fontainiers maakten deel uit van de genie en stonden in voor de watervoorziening en waterbevoorrading).
Tussen 2.6.1918 en 7.8.1918 was hij weer in levensonderhoud bij deze zelfde fontainiers, waarna hij terug zijn eenheid vervoegde.
Op 9.8.1918 ging hij over van het 6e naar de 7e Cie, nog steeds bij het 18e LR.
Tussen 16 en 21 september 1918 verbleef hij in levensonderhoud bij het 8e BRI (ik weet niet juist wat dit is). Ondertussen lag zijn eenheid in de relatief minder woelige sector van Oudekapelle, ten zuiden van Diksmuide, beschermd door stevige bunkers op een afstand van zo’n 1,5 km van de vijand. Er werd gerust in Alveringen en Pollinkhove, en ondertussen bracht men wapens en projectielen aan voor de komende grote slag : het Eindoffensief.
Vanaf 28.8.1918 nam Raymond deel aan het eindoffensief, o.a. in het Houthulstbos.
Op 5.10.1918 verkreeg hij zijn 5e frontstreep.
11.11.1918 : Wapenstilstand !
Volgens een tekst op het bidprentje van zijn gesneuvelde broer Joseph Modest, nam Raymond deel aan de bezetting van de Linkerrijnoever. In zijn dossier is hier echter geen enkele vermelding over terug te vinden. Maar in de memoires van zijn broer, Paul, wordt hier wel melding van gemaakt.

Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us
Fragment van het bidprentje van zijn broer, gesneuveld op 9.11.1918.
Maar eerst beschrijft hij de thuiskomst van Raymond na de Wapenstilstand :

Na de Eindoverwinning ging Raymond dus, zoals alle anderen te voet van het front naar Duitsland. Toen ze in Diest kwamen kreeg hij toelating een omweg te maken om zijn familie in Kerkom te gaan bezoeken.
Hij bleef een dag thuis en zijn zusters maakten van de gelegenheid gebruik om zijn kleren te wassen en te strijken (en zo de luizennesten in de naden te bakken).
De oorlog was gedaan. Hij was gezond en wel, behalve de 5 verwondingen die hij had opgelopen (hierover verder meer), hij had 5 frontstrepen, 1 blessure streep en … een paar epauletten van een Duits officier in zijn knapzak. Hij was ook bijzonder fier korporaal te zijn. Hij was 19 ½ jaar oud.
Het was diezelfde dag dat de ganse familie vernam dat de oudste zoon, Joseph, te Brugge overleden was op 9.11.1918.
’s Anderendaags trok Raymond te voet terug naar zijn eenheid die intussen Tongeren had bereikt. En dan richting Duitsland. Naar Neuss aan de Rijn.

Tussen 13.2.1919 en 23.3.1919 was hij weer in levensonderhoud bij diezelfde fontainiers.

Op 22 of 23.4.1919 ging hij naar de CISLA I te Beverlo.

CISLA I = Centre d’Instruction d’officiers sous-lieutenants auxiliaires,
infanterie). Hij ging daar dus een opleiding volgen tot officier bij de
infanterie.
(Dit wordt óók genoemd “en subsistance” bij CISLA I).

Op 1.5.1919 werd hij sergeant en verkreeg hij zijn anciënniteitsstreep.
Hij had op onbepaald verlof kunnen gaan op 26.8.1919, maar hij liet op 1 augustus al weten dat hij nog 4 jaar bij het leger wou blijven.
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us

Hij verkreeg dus 5 frontstrepen en werd vereerd met het oorlogskruis (reeds op 6.11.1917), het overwinningsmedaille (15.8.1919) en het herinneringsmedaille (4.10.1919).

In de krant “ De Postrijder der provincie Limburg” van zaterdag 29 maart 1919, 63 ste jaargang, Nr.18, lezen wij:
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us

In dit krantenartikel In dit krantenartikel wordt gezegd: 5 x gewond, wat bevestigd wordt in de memoires van zijn broer, Paul Cleeren.
Hieruit menen we te kunnen concluderen dat hij gewond was en niet gewoon ziek, toen hij in februari 1917 in de infirmerie verbleef, en dat de 4 keren dat hij “en subsistence” verbleef (tussen 24.2.1918 en 21.9.1918), dit telkens was om te herstellen van opgelopen verwondingen.
(In Beverlo verbleef hij “en subsistance” omdat hij opleiding volgde, maar waarom hij dan in 1919 nog bij de fontainiers verbleef, is nog een vraag).

Tijdens het interbellum.
Zijn studies aan het CISLA I gaan verder :
Op 24.9.1919 : werd hij 1e sergeant.
Op 30.11./1.12.1920 werd hij naar de 5e Cie van het 18e Linieregiment gezonden, waar hij vanaf 19.12.1920 de graad van adjudant had en kandidaat-Onderluitenant is.
Op 26.3.1921 : Onderluitenant bij de infanterie (hij behaalde 11,48/20 punten).
Hij werd Onderluitenant benoemd bij het 1e Linieregiment te Neuss
aan de Rijn. Hier maakte hij kennis met zijn toekomstige echtgenote,
Julia.
Op 26.3.1924 : Luitenant.
Op 9.4.1924 huwde hij te Dison met Julia Vecray.
In 1925 eindigde voor hem de bezetting van de Linkerrijnoever en ging zijn
eenheid naar Verviers. Raymond zelf werd naar het 10e LR gestuurd in Aarlen, die later omgedoopt zal worden in het regiment Ardeense Jagers.
Op 26.3.1932 : Kapitein.
Op 26.3.1938 : Kapitein-Commandant.
Op 29.2.1940 : Hij werd ingelijfd bij het 7e Regiment Ardeense Jagers.
Deze eenheid (7ChA) was gelegen te Charleroi en werd pas op
10.5.1940 geactiveerd bij de afkondiging van de algemene mobilisatie.
Het was een regiment van het “Centre d’ Instruction et de Renfort”
(Versterkings- en Opleidingscentrum – VOC) van de Divisie Ardeense
Jagers.

WO II.
Op 10 mei 1940, wanneer de Duitsers België opnieuw binnenvallen is hij Kapitein-Commandant in actieve dienst, van de 3e compagnie.

Dan begint de Achttiendaagse Veldtocht.
Hun taak bestond er in de nieuwe miliciens van ’40 (van de 1e tot de 6e Ardeense Jagers), welke nog maar net dienst hadden en ongeschikt waren voor de veldtocht, op te vangen en verder op te leiden. Eveneens moest het 7ChA de oudste reservisten, en de tot dan van mobilisatie vrijgestelde reservisten opvangen en hun kennis opfrissen. Hiervoor had het 7Cha 2 bataljons ter beschikking.
Enkele dagen na het begin van de veldtocht, besloot de Belgische regering de
meeste opleidings- en versterkingscentra naar Frankrijk te sturen (15.5.40) om zo
toch maar een stukje leger te redden. Was dit ook zo voor het 7Cha ?
Het Belgische, Britse en Franse leger komen in het nauw te zitten aan de
Belgische en de Kanaalkust door de razendsnelle opmars van de Duitsers die de
geallieerden in een tangbeweging vastzetten. De munitie is op. Hulp komt er niet.
België capituleert op 28 mei, Frankrijk staakt de strijd op 22 juni.
Ongeveer 6000 Belgische soldaten en evenveel Belgische burgers, waaronder o.a. Raymonds tante (mijn overgrootmoeder), hebben deze voorbije 18 dagen het leven gelaten door militaire acties.

Op 23 mei 1940 werd hij krijgsgevangen genomen te Boulogne, en naar Duitsland gevoerd.
Van de in totaal ca. 600.000 Belgische militairen werder er 225.000 naar Duitsland in krijgsgevangenschap overgebracht. Na enkele maanden werden de Vlamingen vrijgelaten. Dit gold niet voor onderofficieren, officieren of Walen. Men noemde dit de Flamenpolitik van de Duitsers. Raymond was al jaren woonachtig te Verviers, maar door zijn Vlaamse roots zal hij wel perfect tweetalig geweest zijn. Echter, hij was officier, dus kwam hij hiervoor niet in aanmerking.

Zijn gevangenenkaart :
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us


Wat leert ons deze kaart :
Hij kreeg gevangenennummer 2303 en hij werd naar OFLAG VIIB gebracht. (OFLAG = Offizieren Lager = officierenkamp). Dit kamp lag te Eichstätt.
Van 24.2.1941 tot 7.4.1941 lag hij in het ziekenhuis te Neuburg. Daarna werd hij naar het kamp OFLAG IXA in Spangenberg gezonden, waar de Duitse korpsarts op 18.5.41 besliste hem naar huis te sturen. (Vele zieke krijgsgevangen liet men naar huis gaan).
Op 28 mei 1941 werd hij dan terug huiswaarts gestuurd wegens ziekte (reuma) en vestigde hij zich met zijn gezin in Verviers.
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us
Eichstatt

Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us
De Offlag was in het slot van Spangenberg.

Omwille van deze ziekte kreeg hij een herstelperiode van bijna 2 jaar, tot april 1943.
Op 1.5.1943 werd hij getransfereerd naar de “l’Office des Travaux de l’Armée Démobilisée (ORAF)”.

Tijdens dit langdurig ziekteverlof zat hij echter niet stil :
Zijn zoon Roger (°1925 en dus amper 17 jaar) was reeds bij de Weerstand gegaan. Ook Raymonds zuster en schoonbroer (Irma en Henri) uit Bressoux waren al “weerstandsleden”.
Op 1.9.1942 is ook Raymond dan toegetreden tot de weerstandsgroepering MNR en het Belgisch Legioen, later het Geheim Leger. Hij werd hiervoor aangeworven door Charles Deru. Hij zou vooral actief zijn in eigen streek (zone Verviers-Theux), sectie 123/1 te Polleur.
Hij hield zich daar o.a. bezig met :
-het leveren van valse identiteitspapieren
-hij verschafte aan 2 ondergedokenen een onderkomen
-hij bood hulp aan ontsnapte gevangen en aan parachutisten
-hij bezorgde militaire inlichtingen aan de Ligne MARC in 1944.

Omdat hij gezocht werd door de Gestapo verstopte hij zich in maart 1944, maar hij kon toch gearresteerd worden te Verviers op 29 .5.1944. (beschuldiging : zijn patriottische en vrijwilligersactiviteiten, spionage en het evacueren van ontsnapte geallieerde gevangenen en geallieerde parachutisten.)
Vanaf 29.5.1944 zat hij gevangen te Luik. Eerst in de gevangenis St-Léonard (waar ook zijn zuster Irma had gevangen gezeten), daarna in de citadel van Luik. Hij kreeg een pak slaag en zat daar een drietal maanden in een kleine cel, meestal gehurkt omdat men niet kon rechtstaan. Hij hield hier 3 geplette wervels aan over.
Hij werd uit zijn cel gehaald, omwille van die wervels, maar kort voor de bevrijding, op 7 september 1944 werd hij terug naar de citadel gebracht en in de cel geworpen, met de bedoeling hem de volgende dag, de 8e, te fusilleren.

MAAR !
Tussen 2.9.1944 en 12.9.1944 beleven we namelijk de dolle dagen van de bevrijding van België. De geallieerden maakten een razendsnelle opmars door het land.

Raymond werd bevrijd met behulp van de weerstanders en de geallieerden op diezelfde 7.9.1944 ! Hij was dus op het nippertje aan de dood ontsnapt !

“Als bij toverslag bleek Raymonds rug genezen !”, merkt Paul Cleeren op in zijn memoires. Onmiddellijk vervoegde hij als commandant terug zijn compagnie (Cie. 123-CT1/SL/ZV (=zone 5)), een bataljon fusiliers.

Op 8.9.1944, de dag dat zijn terechtstelling zou plaats hebben, trok de 3e Amerikaanse Armored-divisie Luik binnen, waarop enkele verwarde gevechten volgden.
Zo kwam Raymond dus weeral, voor de 3e keer, in Duitsland terecht, maar nu in het gezelschap van de geallieerden ! Hij nam er deel aan de laatste gevechten.


Daags voor zijn bevrijding verloor Raymond ongelukkig genoeg zijn dan 19-jarige zoon, Roger, die te Louveigné zonder proces gefusilleerd werd in verband met de zaak Sohan. Op 1 september 1944 waren nl. zo’n 300 jonge weerstanders rond het kasteel van Sohan samengekomen. Er werd een parachutedropping verwacht van wapens door de Engelsen. Deze beloofde dropping bleef echter uit. Weerstanders en nerveuze Duitsers liepen elkaar al eens tegen het lijf, waarschijnlijk tijdens het wacht lopen. Zo werd op 4 september Roger samen met 3 anderen, nl. Jean Kurtz, Robert Lermusiaux en René Thomas, betrapt met wapens en meegenomen naar Louveigné. Ook Duitsers werden gevangen genomen. Eén Duitser echter kon ontsnappen, terug zijn kameraden vervoegen en de positie van de weerstanders doorgeven. Hierop volgde op 5 september een ware klopjacht en veldslag. Duitsers, weerstanders en burgers kwamen om, het kasteel ging in vlammen op. Deze zaak werd later erkend als oorlogsmisdaad. Waarschijnlijk als vergelding, werden de 4 jongens ’s anderendaags de 6e sept. naar een weide gebracht te Louveigné waar ze eerst hun eigen graf moesten graven en vervolgens zonder enige vorm van proces gefusilleerd werden. Op die plaats staan nu nog steeds een herdenkingssteen voor deze 4 jongens.
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us

Raymond Cleeren werd gedemobiliseerd uit het Geheime Leger op 15.10.1944 (op die dag werd met uitzondering van 7000 man het ganse Geheim Leger gedemobiliseerd).
Zijn overste, Deru, verklaarde later in Raymonds dossier bij de dienst van de weerstand (vertaling): “een man die getuigde van betrouwbaarheid, toewijding, moed en een opmerkelijke koelbloedigheid.”

Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us

Op 17.11.1944 werd hij opnieuw officier in de kazerne van Verviers, waar hij zich opnieuw met zijn familie vestigde.

Zijn zuster Irma werd bevrijd uit het kamp van Ravensbrück, na 2 jaar en 8 maanden gevangenschap. Ze overleefde echter de thuisreis niet uit zwakte en ziekte (+Växjö, Zweden, 1945). Zijn schoonbroer, Henri Boudlet, werd onthoofd in het kamp van Mauthausen (1942).

In 1946 overleed Raymonds moeder, Stephanie Vandeput (mijn overgroottante).
Welk een zwaar lot was haar leven. De vrouw die ooit 12 kinderen baarde. Hiervan overleden er 6 zeer vroeg of bij de geboorte.
In een eerste oorlog moest zij doodsangsten uitstaan voor 2 zonen aan het front en moest ze haar oudste zoon afgeven. Tijdens het interbellum verloor ze haar man en een schoonzoon. In een tweede oorlog werd haar zoon tot tweemaal toe gevangen door de vijand, een andere zoon kan ze 5 jaar lang niet zien omdat hij als officier in Congo is, en verliest ze een dochter, een schoonzoon en een kleinzoon van 19 jaar.
Ze trok zich na de oorlog terug in een nonnenklooster te Zonhoven waar ze korte tijd later overleed.

In 1949 werd Raymond erkend als weerstandslid en als politiek gevangene.

Op 1.7.1955, op 56-jarige leeftijd ging hij op pensioen, nog steeds met de graad van Kapitein-Commandant.

Hij overleed op 18.12.1963 te Verviers.



Bronnen :

- militaire dossier 22411.
- Mondelinge overlevering.
-“Une vie d’Homme, par lui-meme”, tome 1, p2-13, de memoires van Paul
Cleeren, 1982. Onuitgegeven werk, in familiearchief.
- Bidprentje van zijn broer, Joseph Modest François Cleeren (zie hierboven)
- Archief en documentatiecentrum van de Federale Overheidsdienst
Sociale Zekerheid. Dienst voor Oorlogsslachtoffers.
Dossier 54189, betreffende zijn zoon Roger Lambert Stephan Cleeren.
- Brief van Oscar Cleeren naar zijn priester-broer Joseph Cleeren op
5.6.1915. (in familiearchief).
- Eigen familiearchief : allerlei.
- L. De Vos, “De bevrijding, een wedren – 1-12 september 1944”.
- http://forumeerstewereldoorlog.nl/viewt ... 154#177154
- http://forumeerstewereldoorlog.nl/viewt ... 234#219234
- http://www.stadsarchieftongeren.be/post ... nten/1919/
19190329/PST-001-19190329.pdf
-http://users.telenet.be/Filip.DArgent/wo1.html
Gebruikersavatar
Drackx
Berichten: 440
Lid geworden op: 01 jun 2011 10:52

Re: Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Bericht door Drackx »

Machtig en zeer compleet verhaal. Echte de moeite en waarlijk om een film over te maken!
Bedankt voor het posten.
Allerbeste groeten,
Filip
Yente
Berichten: 1646
Lid geworden op: 29 mei 2011 12:48
Locatie: Schrenkelsgat

Re: Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Bericht door Yente »

Bedankt voor het delen van dit inderdaad zeer compleet verhaal!
Mvg Yente
Gezocht: WO1/WO2 militaria van Duffel en Sint Katelijne Waver
Gebruikersavatar
Paddy
Berichten: 7570
Lid geworden op: 28 mei 2011 10:25
Locatie: Dendermonde, Idiot Trench
Contacteer:

Re: Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Bericht door Paddy »

Zeer interessante toevoegingen zijn te vinden op:

[link2]Forum Eerstewereldoorlog,http://forumeerstewereldoorlog.nl/viewtopic.php?t=25596[/link2]
Greetings from a Little Gallant Belgian
Patrick De Wolf
Militaria-Ruilbeurs Hangar 42 Dendermonde,http://www.facebook.com/Hangar42Militaria
There is a very fine line between "hobby" and "mental illness".
lieven guffens

Re: Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Bericht door lieven guffens »

Als aanvulling en om het verhaal te vervolledigen plaats ik hier graag nog zijn belevenissen van de 18-daagse veldtocht en de omstandigheden waarin Raymond krijgsgevangen werd gemaakt op 23 mei 1940.
Deze gegevens vond ik terug op :
http://18daagseveldtocht.wikispaces.com ... nse+Jagers
en geef hiervan een korte samenvatting met betrekking tot de persoon van Raymond Cleeren :

10 mei : De 7e ChA kreeg het bevel zich naar hun oorlogskantonnement te Sint-Gillis-Waas te begeven omdat men vreesde dat de kazernes zouden gebombardeerd worden.
11 mei : Aankomst te Sint-Gillis-Waas. Nog andere eenheden waren daar aanwezig. Met de beschikbare machinegeweren werd gepoogd de luchtafweer te verzekeren. Honderden reservisten vervoegden de eenheden nog na een moeilijke reis. Voor het 7e ChA waren er zo’n 3000 militairen aanwezig.
13 mei : Er werd bevel gegeven tot aftocht naar Frankrijk.
14 mei : De aftocht naar Frankrijk zal per trein gebeuren. Voor het 7eChA waren er 6 treinstellen voorzien.
15 mei : 5 van de 6 treinen vertrekken richting Frankrijk. Hun reis verliep moeizaam maar vlot. De 6e trein (waarop Raymond zich bevond) raakte maar niet kompleet en bleef voorlopig ter plaatse in St-Gillis-Waas.
16 mei : De eerste 5 treinen bereikten Frankrijk en werden daar doorgestuurd naar de Pyreneeën.
17 mei : Eindelijk kon Raymond met de 6e en laatste trein te St-Gillis-Waas vertrekken doordat deze compleet was gemaakt mbv wagons, achtergelaten door het Franse leger. De situatie in ons land was ondertussen echter bijzonder ernstig geworden. Wanneer ze Tourcoing bereikten, liet een verontwaardigde stationschef de trein ontruimen onder het voorwendsel dat de voertuigen van de Franse spoorwegen terug naar België moesten om ter beschikking te blijven van het Franse leger.
18 mei : Commandant Lerminiau slaagde er in een Belgische trein in Tourcoing te krijgen en de achtergebleven manschappen konden terug hun reis hervatten. Ook manschappen van andere eenheden zaten nog vast.
19 mei : De trein van Raymond vervolgde zijn reis door Noord-Frankrijk maar moest voortdurend halt houden omdat de meeste routes bedreigd werden door de oprukkende Duitsers.
20 mei : Abbeville werd ingenomen door de Duitsers en dezen bereikten de kust. De geallieerden zaten ingesloten en de treinreis van Raymond werd in Abbeville afgebroken. De SNCF koppelde de locomotief los en liet de Belgen aan hun lot over. Het IIIe Bataljon van de 7ChA kon geen kant meer op. De manschappen werden verplaatst naar Boulogne, waar ook nog andere eenheden vast zaten, en daar ingekwartierd in leegstaande huizen.
21 mei : De Duitsers rukten nu verder op naar het noorden en Boulogne werd bedreigd. Fransen en Britten probeerden de verdediging van de stad te organiseren. In de stad liepen nog zo’n 4000 Belgische troepen verloren en afgesneden rond. In het thuisland overleed die dag Raymonds tante (mijn overgrootmoeder), een 82-jarige vrouw, ziek geworden door de doorstane oorlogsperikelen.
22 mei : De Belgen probeerden zich te herorganiseren en nemen contact op met het Franse leger ter plekke. Er werden tijdelijke eenheden gevormd en een veldhospitaal werd ingericht.
23 mei : De gevechten rond Boulogne namen in alle hevigheid toe en de voortdurende luchtaanvallen en artilleriebeschietingen zaaiden paniek onder de manschappen. Er vielen heel wat gewonden. De Belgische eenheden die geconfronteerd werden met de vijand gaven zich al snel over en ook een aantal manschappen van het 7eChA, waaronder Raymond Cleeren staakten de strijd. Ondertussen kwamen de staf en het Ie en IIe Bataljon van de 7eChA, die met de eerste 5 treinen waren vertrokken, aan te Pont-Saint-Esprit.
26 mei : Val van Boulogne. De laatste Belgische troepen en laatste restanten van het IIIe Bat. van de 7e ChA werden gevangen genomen en weggeleid.

Raymond werd dus krijgsgevangen genomen op 23 mei, zoals hierboven reeds verhaald, en naar Duitsland gevoerd.
Yente
Berichten: 1646
Lid geworden op: 29 mei 2011 12:48
Locatie: Schrenkelsgat

Re: Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Bericht door Yente »

Hier zegt men dat deze persoon de jongste was: Roger de Smul

http://www.delcampe.net/page/item/id,14 ... age,D.html

Mvg Yente
Gezocht: WO1/WO2 militaria van Duffel en Sint Katelijne Waver
lieven guffens

Re: Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Bericht door lieven guffens »

Oké, heb je meer gegevens over deze man ?
Anders zal ik bij mijn volgend bezoekje aan Evere zijn dossier ook eens opvragen, kwestie van juiste datum van in diensttreding te achterhalen.

Lieven.
Gebruikersavatar
Glenn_Janssens
Berichten: 94
Lid geworden op: 05 jan 2012 00:14
Locatie: Herenthout

Re: Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Bericht door Glenn_Janssens »

Ongelooflijk dat zo'n jonge jongens ten oorlog trekken. :shock:
Ik heb zelf kinderen en kan mij niet voorstellen dat ze op zo'n leeftijd klaar zijn voor zoiets, no way!

Overigens wel een zeer interessant verslag om lezen hoor, proficiat.
Yente
Berichten: 1646
Lid geworden op: 29 mei 2011 12:48
Locatie: Schrenkelsgat

Re: Raymond Cleeren, "le plus petit belge"

Bericht door Yente »

lieven guffens schreef:Oké, heb je meer gegevens over deze man ?
Anders zal ik bij mijn volgend bezoekje aan Evere zijn dossier ook eens opvragen, kwestie van juiste datum van in diensttreding te achterhalen.

Lieven.
Niet echt, op het doodsprentje zal wel zijn geboorte datum staan. Ik kwam het tegen.
Laat ons iets weten als je het dossier hebt ;)
Mvg Yente
Gezocht: WO1/WO2 militaria van Duffel en Sint Katelijne Waver
Plaats reactie

Terug naar “Het Appèl”