Tijdens een speurtocht naar verder informatie over de gevangennames van militairen tijdens de achhtiendaagse veldtocht, las ik net deze paper:
Hautecler, G., 1970, L'origine et nombre des prisoniers de guerre belge 1940-1945, Revue Internationale d'Histoire Militaire, v.29, pp.949-961
(1) Hautecler stelt dat het aantal Belgische krijgsgevangenen tijdens de campagne van 10 tot 28 mei wordt op 50.000 geschat. Hierbij worden de volgende collectieve overgaves rekerend:
10 en 11 mei: 7de infanteriedivisie en ondersteunende formaties in de sector Briegden-Lixhe van het Albertkanaal: ~7.000 gevangenen
13 mei: 14de infanteriedivisie in de sector Beringen-Hasselt van het Albertkanaal: ~5.000 gevangenen
18 mei: IIde bataljon 2de Regiment Jagers te Voet in de regio Beigem-Merchtem: ~800 militairen
23 mei: 16de infanteriedivisie in de Gentse binnenstad: ~6.000 gevangenen
24 mei: 2de Linie en 23ste Linie in de sector Ronsele van het Afleidingskanaal van de Leie: ~1.000 gevangenen
25 mei: 4de infanteriedivisie in de sector Meigem van het Afleidingskanaal van de Leie: ~7.000 militairen
26 mei: de rest van het 23ste Linie in de ondersector Oostwinkel: ~2.000 gevangenen
Al wie tijdens de campagne gevangen genomen werd, werd in regel direct naar duitsland op transport gezet
(2) De auteur stelt dat er na de capitulatie zo'n 350.000 militairen overbleven bij het veldleger in West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Daarvan werd een gedeelte gedemobiliseerd. Een ander deel trok op eigen initiatief er van onder. Het aantal krijgsgevangen dat na de capitulatie naar Duitsland werd gevoerd, wordt door Hautecler op ~150.000 geschat. De beweging naar Duitsland werd op ons grondgebied door onze eigen legerleiding georganiseerd, met vaak minimale Duitse bewaking. De Duitse stok achter de deur was het meestal niet waargemaakte dreigement dat wie als militair thuis gevonden werd zonder demobilisatieattest ("entlassungsschein") opgepakt zou worden. Dit gebeurde volgens Hautecler alleen op georganiseerde wijze op 29 mei en 30 mei met arrestaties in de streek van Gistel en Aalter en begin juni in Luik via aanplakbrieven waarbij aan militairen zonder entlassungsschein gevraagd werd om zich spontaan te melden. Via doorgangskampen in o.a. Brasschaat werden militairen in de eerste helft van juni door de Duitsers overgebracht naar de Stalags en de Oflags.
(3) Van de ongeveer 200.000 militairen die naar Frankrijk werden geëvacueerd (7de divisie, CRI, CRAB, territoriale formaties, ministerie, enz...) werden ~25.000 militairen krijgsgevangen genomen bij de terugkeer van deze troepen naar ons land in augustus en september 1940. De rest werd gedemobiliseerd.
(4) Hautecler schat het aantal krijgsgevangenen in september op ~145.000 Vlamingen en ~80.000 Walen.
(5) Op 5 juni 1940 beslist de Duitse legerleiding om:
- (a) Alle militairen van de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Brabant (m.u.v. de stad Brussel en het arrondissement Nijvel) onmiddellijk vrij te laten.
(b) Bij de militairen uit andere provincies de artsen, veeartsen, ingenieurs en technici, ondernemers en bedrijfsleiders, ambtenaren, douaniers, politieagenten, rijkswachters, personeel van gas- water- en electriciteitsbedrijven, personeel van transportondernemingen, landbouwers, mijnwerkers, chauffeurs en geschoolde arbeiders vrij te laten
Enfin - de paper dateert natuurlijk al uit 1970, maar de later verschenen schattingen lijken Hautecler toch niet tegen te spreken.
Wie heeft er nog nuttige informatie?
Dank je wel,
Walter