Voor de liefhebbers hieronder een niet-officieel frontliedje (eind 1915). De soldaat die het zong werd hiervoor opgepakt door een gendarme die het lied neerschreef. Persoonlijk vind ik het een prachtige weergave van hoe de soldaten zich echt voelden aan het front. Veel leesplezier
I
Vrienden luistert naar mijn lied
't is de waarheid anders niet
hetgeen ik zingen ga
luistert eens voortaan
wat dat er met een mensch zoo wordt gedaan
als men soldaat spelen moet
enfin het is nooit niet goed
want hier bij den troep
altijd maar die soep
ik eet hier mijn hart nog bij op
refrein
Ga maar naar de lijn te voet ( dat is niet goed, 2 maal)
Die rommel die gij dragen moet ( dat is niet goed, 2 maal)
want met die ransel op uwen rug
marcheerde gij ook niet al te vlug
want gij beult er uw eigen mee af ( dat is te straf, 3 maal)
en als gij den boyo in moet ( dat is niet goed, 2 maal)
het slijk dat gij doorstappen moet ( dat is niet goed, 2 maal)
en al mompelend loopen wij dan voort
wijl er menig vloek al wordt gehoord
ja ik zeg het u welaan
kwam er toch maar gauw een einde aan
II
Komen wij in den tranchée
zie dan is het ook wel kadée
gansch ineengedrukt 'k zeg het u gedrukt
zitten wij daar neergebukt
hooren wij een kogel over ons gaan
dan wordt er quarante huit4 gedaan
is het obus of shrapnel o dan is het een spel
dan krijgen wij kiekenvleesch op ons vel
refrein
't kanon gaat af met rooden gloed ( dat is niet goed, 2 maal)
'k geloof dat die hier vallen moet ( dat is niet goed, 2 maal)
van angst kruipen wij dan ineen
van schrik slagen ons tanden van opeen
onderuit want daar komt er eenen af ( dat is te straf, 3 maal)
de stukken vallen op mijnen voet ( dat is niet goed, 2 maal)
ik zweet hier juist water en vloed ( dat is niet goed, 2 maal)
en zoo gaat het daar bij dag en nacht
bombardeeren altijd met de macht
wachten ons dood af in een hoek
met een groote proppel in ons broek
III
Maar dat is nog alles niet
wat dat een mensch zoal afziet
want bij de wachten die gij doet
is het nog niet goed
dan moet gij nog werken op den koop toe
maar is mij dat toch een gekloot
met eene schup zij is maar een hand groot
en werkte niet vooruit ik zeg u verdraaid
dan wordt gij nog den bak ingedraaid
refrein
En als gij zakjes vullen met ( dat is niet goed, 2 maal)
ne parapé voor diepen moed ( dat is niet goed, 2 maal)
ze sturen ne fuséé en bij 't minste dat zij zien
stuurt den duitsch zoo een obus of tien
die maakt dan 't werk verder voor u af ( dat is te straf, 3 maal)
in den abri zeg ik met spoed ( dat is niet goed, 2 maal)
de luizen kruipen u te gemoed ( dat is niet goed, 2 maal)
de een bijt daar en d'ander hier
slapen zie dat kunt gij er geen zier
en wanneer den dag breekt aan
wordt er inspectie in ons hemd gedaan
IV
Zoo verslijten wij onzen tijd
vier dagen het is geen eeuwigheid
want komen wij in het kantonnement
dan zijn wij ook kontent
dan zijn wij ten minsten ook wat exent
en voor het passeren van den tijd
gaan wij wandelen maar het mag niet zijn te wijd
want wilt gij een brug overgaan
of passeeren een groote baan
dan houden de piottenpakkaners u staan
Refrein
En als hij terug keeren moet ( dat is niet goed, 2 maal)
gij maakt u eigen dan kwaad bloed ( dat is niet goed, 2 maal)
zie vrienden het is niet meer serjieus
want maakt hij van te veel van uwen neus
dan vragen zij uwen naam heel af ( dat is te straf, 3 maal)
en als gij op den bureau komen moet ( dat is niet goed, 2 maal)
dan krijgt gij een frank twintig boet ( dat is niet goed, 2 maal)
ja dat is de moeite waard
gelijk de piotten worden gekloot
maar moest ik meester zijn
ik stuurde de gendarmen naar de lijn
V
Zoo marcheeren wij dag en nacht
zonder er verandering wordt gebracht
ik zeg het u verdraaid nooit iets gaan vooruit
'k zeg u dat hangt hier fijn mijn botten uit
want konden wij maar vooruitgaan
dan was ons lijden ook gedaan
'k zeg het u van pas als het vrede was
dan begint het pleizier voor ons alras
Refrein
Dan loopen wij naar huis met vollen spoed ( dat is goed, 2x)
ons liefken kussen met vollen gloed ( dat is goed, 2x)
omhelzen onze ouders met pleizier
en 's zondags met ons makkers op den zwier
en met het lief naar de stille kant ( daar is 't plezant, 3 maal)
aan het werk dan met goeden moed ( dat is goed, 2 maal)
weinig werken maar veel knoed ( dat is goed, 2x)
en als wij het woelig leven zijn moe
trouwen wij maar want wij hebben keus genoeg
en als wij zitten bij vrouw en klein
zullen wij maar eerst gelukkig zijn.