ABL-History Forum

Brussel 26 juni 1919.

De demobilisatie van het Veldleger gebeurt als volgt:

-Klas 1907 & oorlogsvrijwilligers geboren in 1888 die dienst hebben genomen in 1914:
10 juli 1919 (19 augustus 1919)
-Klas 1908 & oorlogsvrijwilligers geboren in 1889 die dienst hebben genomen in 1915:
17 juli 1919 (26 augustus 1919)
-Klas 1909 & oorlogsvrijwilligers geboren in 1890 die dienst hebben genomen in 1916:
26 juli 1919 (4 september 1919)
-Klas 1910 & oorlogsvrijwilligers geboren in 1890 die dienst hebben genomen in 1917:
1 augustus 1919 (10 september 1919)
-Klas 1911
7 augustus 1919 (16 september 1919)
-Klas 1912
14 augustus 1919 ( 23 september 1919)
-Klas 1913
21 augustus 1919 (30 september 1919)
-Klas 1914
28 augustus 1919 (7 oktober 1919)
-Speciaal Contingent 1915, dienstplichtigen geboren in 1895 & 1896
4 september 1919 (14 oktober 1919)
-Speciaal Contingent 1916, dienstplichtigen geboren in 1897
11 september 1919 (21 oktober 1919)
-Speciaal Contingent 1916, dienstplichtigen geboren in 1898
18 september 1919 (28 oktober 1919)
-Speciaal Contingent 1917, dienstplichtigen geboren in 1898 en die een volledige diensttijd onder de wapens hebben volbracht
18 september 1919 (28 oktober 1919)
-Speciaal Contingent 1918, dienstplichtigen geboren in 1899 en die een volledige diensttijd onder de wapens hebben volbracht
25 september 1919 (4 november 1919)

De gedemobiliseerden zullen hun soldij, inclusief alle supplementen, ontvangen tot en met de dag vermeld tussen haakjes. Per jaar dienst tijdens de oorlog krijgen de militairen 25 Bfr. Periodes van meer dan 6 maand worden aanzien als 1 jaar.

Paddy

Wat gebeurde er met de klassen 1899 tot en met 1906, wanneer zwaaiden zij af?

mvg Willem

Mijn overgrootvader was VAP van de militieklasse 1903, hij werd op 1 april 1919 met definitief verlof gestuurd/gedemobiliseerd.

wsegers1 schreef:Paddy

Wat gebeurde er met de klassen 1899 tot en met 1906, wanneer zwaaiden zij af?

mvg Willem

Het zelfde bericht staat in de krant De Volksstem van 28 juni 1919; daar staat vermeld:

"De militairen van de klassen voor 1907 en nog niet naar hunne heerdsteden teruggezonden - Klas 1907 - oorlogsvrijwilligers geboren in 1888 en later, die dienst hebben genomen in 1914: 10 juli 1919 en 19 augustus 1919"

Lijkt me dat het gros van de oudere klassen al voor juli 1919 thuis was.

Voor reserveofficieren gold een andere regeling - zie http://aalst.courant.nu/index.php?page= ... score+desc

Walter

Bedankt voor reacties, dit verklaard veel.

Mvg Willem

Hallo,

Welke stukken mochten de gedemobiliseerden onder zich houden van het uniform en de uitrustingsstukken in 1919?

Voornamelijk bij de uitrustingsstukken zie je vaak verschillende matricules opduiken voor en na WOI. Dit was ook gebruikelijk bij de kledij van voor de oorlog. Tijdens WOI werden de uitrustingsstukken die dan vervaardigd of uitgedeeld zijn, niet gemarkeerd op eenheid of naam, voor zover ik weet. Hier en daar zullen er ongetwijfeld uitzonderingen bestaan hebben. Na WOI komt het regelmatig voor om uitrustingsstukken te zien met verscheidene matricules. Vraag is dan, werden de recruten die opgeroepen werden na 11/11/1918 uitgerust met uniformen en uitrustingsstukken die nog gedragen werden door hun voorgangers oud-strijders of kregen deze gedemobiliseerden hun uniform mee naar huis (eventueel tegen afhouding van een bepaalde vergoeding van de soldij)?

Groeten,
Bram

Van mijn overgrootvader:

"19 augustus definitief met verlof. Op zijn ‘Cartouche de congé - Verlofpas’ staat dat ‘Soldat V. G. Van Damme Pierre’ met onbepaald verlof gaat, ‘zijne wapenen en kleederen in Lierre’ bewaard zijn en dat hij zich in geval van mobilisatie ‘langs den snelsten en kortsten weg naar het depot, korps of fort’ moet begeven."

Hij diende in het 19e linie en vertrok in oktober 1914 als oorlogsvrijwilliger. Hij is geboren op 23 april 1894 te Wetteren.

Zijn gamel en kwartiermuts kreeg hij mee.

Hallo,

Bedankt. Zijn kledij en uitrusting werden dus bezorgd aan het regimentaire of divisionnaire depot.

Groeten,
Bram