Pagina 1 van 1

Burgerwacht / Garde Civique 1830 - 1914

Geplaatst: 02 okt 2014 08:13
door georges-cdl
Had de "Garde Civique" zijn eigen kazernes ?

Quid voor Antwerpen ?

Re: Garde Civique

Geplaatst: 02 okt 2014 10:16
door Lansier13953
Beste,

heb enkel weet van een eigen schietstand,
"Den Tir" op het Kiel.

Hun oefeningen gingen door te Brasschaat en een enkele keer te Leopoldsburg.

Nog een prettige dag,
Etienne

Re: Garde Civique

Geplaatst: 02 okt 2014 14:47
door georges-cdl
Dank U Etienne !

Re: Garde Civique

Geplaatst: 03 okt 2014 12:18
door Antoine
Hoe kan ik terugvinden in welke afdeling van het leger iemand als vrijwilliger gevochten heeft tijdens 14-18?

Re: Garde Civique

Geplaatst: 21 apr 2016 18:29
door handsome
Mijn grootvader is geboren in 1871. In het Bevolkingsregister 1900-1910 (Tienen) staat dat hij "incorporé" is in de Garde Civique. Hij zal dus misschien nog wel lid zijn geweest in 1914.
1. Werd je dat vrijwillig? Moest dat, als je geen soldaat was geweest?
2. Was men dan bewapend?
3. Ik las dat de Burgerwacht al snel bij het begin van de oorlog werd opgeheven - op bevel van de Duitsers, of eigen keuze, om te voorkomen dat er sluipschutters Duitse represailles zouden uitlokken?
4. "snel opgeheven" - maar toch lees ik dat bij plunderingen op het einde van de oorlog "de Burgerwacht niet ingreep" (in Tienen). Was Tienen een uitzondering?

Bedankt bij voorbaat!

Re: Garde Civique

Geplaatst: 19 feb 2017 12:00
door abbl64
Ik ga je vraag per vraag proberen antwoorden.
1; Ik vermoed dat je vrijwillig erbij ging,alles werd gemeentelijk geregeld,niet nationaal.
Bij het leger werd je ingeloot (loting),dat werd afgeschaft in 1909 op het sterfbed van Leopold II.
2: Ja,de garde Civique was bewapend et het Combain geweer en bijhorende bajonet tot 1914,
later met de Belgische mauser M1889.
3: De reden volgens mij :
de uniformiteit was niet overal hetzelfde,dus ze waren niet altijd hetzelfde gekleed,wat voor verwarring zorgde bij de vijand.
De rijke steden zoals Antwerpen,Mechelen,Brussel ea.hadden mooie uniformen
maar de arme gemeenten deden het dan met armbanden in de Belgische driekleur.
dus dachten de Duitsers dikwijls dat ze beschoten werden door burgers,
waardoor er dan represailles uitgevoerd werden,zie Ieper,Leuven en andere steden die platgelegd waren.
Ook doordat er geen vaste structuur en een centraal commando bestond
was het ook heel moeilijk om de krachten te bundelen om de Duitsers tegen te houden.
Bij het leger kon men dan beter een gezamenlijk front vormen met verschillende eenheden
zoals in de slag bij Halen (slag van de zilveren helmen) daar vochten al zeker lansiers,gidsen,cyclisten en linie-eenheden
samen tegen de Duitse ruiterij (kurassiers,dragonders,husaren,lansiers en anderen)
4: De burgerwacht was misschien wel officieel ontbonden maar je had nog altijd mensen
die overtuigd waren om onder de wapens te blijven,
natuurlijk als je maar met weinigen bent dan kan je niet veel ondernemen tegen een toenmalig goed georganiseerd leger.
Hopelijk brengt dit al een ander licht voor je.
MVG,Lucien

Re: Garde Civique

Geplaatst: 19 feb 2017 12:33
door canadian2nd
Ik denk dat je het boek : Het Belgische leger in de Grote Oorlog - uniformen en uitrusting van Pierre Lierneux moet raadplegen (of kopen). Daarin staat heel veel over de Burgerwacht.
mvg
canadian

Re: Garde Civique

Geplaatst: 19 feb 2017 17:32
door abbl64
Er bestaat ook een boek over de Garde civique van Antwerpen,"de Jefkes".
Dit is over de geschiedenis van het Antwerpse korps met tal van foto's.
MVG,Lucien

Re: Garde Civique

Geplaatst: 19 feb 2017 19:00
door foxy.jack
Burgerwacht Tienen:
* Bataljon Infanterie:
- 1° Ban: 1ste en 2de Compagnie
- 2° Ban: 3de Compagnie

Zie PB.

Groetjes
Foxy

Re: Garde Civique

Geplaatst: 24 feb 2018 22:09
door clash
handsome schreef: 21 apr 2016 18:29 Mijn grootvader is geboren in 1871. In het Bevolkingsregister 1900-1910 (Tienen) staat dat hij "incorporé" is in de Garde Civique. Hij zal dus misschien nog wel lid zijn geweest in 1914.
1. Werd je dat vrijwillig? Moest dat, als je geen soldaat was geweest?
2. Was men dan bewapend?
Ten tijde van de eerste wereldoorlog werd de organisatie van de Garde Civique geregeld door de wet van 9 september 1897. Dienst in de garde civique was verplicht voor iedereen die geen militieverplichtingen had. Wel waren er nog een aantal mogelijkheden tot vrijstelling of opschorting van de verplichting. In de grotere steden waaronder ook Tienen was er een actieve burgerwacht, in de kleinere gemeentes een niet-actieve die enkel op papier bestond.

Er was een onderscheid tussen een eerste ‘ban’ met de mannen tussen 21 en 32 jaar die regelmatig moesten oefenen en een tweede ‘ban’ met de mannen tussen 32 en 40 jaar die het wat kalmer aan mochten doen. Aangezien je grootvader geboren is in 1871 zal hij tot 1911 hebben deelgenomen. In 1914 was hij dus geen lid meer, tenzij hij vrijwillig in dienst zou mogen gebleven zijn.

Er waren voorschriften op Belgisch niveau voor het uniform. Dat moesten ze trouwens zelf voorzien! Het gebeurde wel dat nieuwere en oudere modellen door elkaar werden gebruikt bij de wachten, maar over het algemeen zagen er redelijk uniform uit. Wapens en uitrustingsstukken werden door het ministerie van Binnenlandse Zaken ter beschikking gesteld. Het vuurwapen was meestal de Comblain model 1882.

In augustus 1914 werd ook de niet-actieve burgerwacht gemobiliseerd. Die hadden geen uniformen of wapens en behielpen zich dan maar met ‘iets’ tricolore zoals een armband als herkenningsteken. Als wapens gebruikten ze wat ze voorhanden hadden en dat ging van landbouwgereedschap tot stokoude wapens.

groeten,
Bert

Re: Garde Civique

Geplaatst: 28 feb 2018 14:24
door foxy.jack
De Burgerwachten hadden geen kazernen wel een EM-plaats.
BW Brussel: 1 legioen: (Kleine Zavel) - 2 legioen:(Kleine Zavel) - 3 legioen: (Zilverstraat 5) - 4 legioen: (Stoofstraat 42)

De wapens werden soms op het gemeentehuis of op bepaalde plaatsen bewaard.
Zo beschikte de BW Brussel op de Tir Nationale over een speciale ruimte om het kruit en de wapens te bewaren.

Voor de Artillerie-afdeling Brussel heb ik terug gevonden dat hun kanonnen in de brandweerkazerne werden gestockeerd.EM

Groetjes
Foxy

Burgerwacht / Garde Civique 1830 - 1914

Geplaatst: 21 jan 2019 21:17
door Bram1940
DE BURGERWACHT, EEN SCHADUWLEGER 1830 - 1914

Onlangs volgde ik met medelid Bert een uiteenzetting in Leuven over de burgerwacht. De lezing werd gegeven door Piet Veldeman die zich in deze materie verdiepte voor zijn doctoraat. Bert zal mij ongetwijfeld verbeteren waar ik de spreker verkeerd begrepen zou hebben. Hierna volgt wat ik noteerde:

Bij de opstand in 1830 vormde de burgerij burgerlijke wachten (gardes bourgeoises) die onder andere instonden voor ordehandhaving. Bij de bespreking van de Grondwet, wou men deze burgerlijke wachten behouden en heeft men het over een schaduwleger onder het ministerie van Binnenlandse Zaken. Zowat iedere mannelijke inwoner, vrijgezel of kinderloze weduwnaar, tussen 21 en 50 jaar wordt ingelijfd. Daardoor bestaat de burgerwacht (garde civique) in 1831 uit ongeveer 600.000 manschappen. Tot de graad van kapitein worden de officieren van de burgerwacht binnen de burgerwacht verkozen. Boven de graad worden ze benoemd. De burgerwacht, georganiseerd op gemeentelijk niveau (voor de kleinere gemeenten per kanton), was opgedeeld in compagnieën, die onderverdeeld waren in één tot drie bans. De eerste ban speelde een rol op nationaal niveau (de onschendbaarheid van het territorium bewaren), de tweede ban stond het leger bij zonder de provincie te verlaten, de derde ban of achterban bleef steeds ter plaatse. De leeftijd bepaalde in welke ban men diende. De jongsten in de eerste ban, de oudsten in de achterban.

Bij aanvang was de instelling apolitiek. Gaandeweg zal de politiek echter haar greep op de burgerwacht verstevigen. Pas op 31/12/1830 wordt het uniform officieel vastgesteld, namelijk de blauwe kiel. De mobilisatie van de burgerwacht kon enkel uit kracht van wet. Hetzelfde gold tevens voor de demobilisatie. Ook in Nederland, Frankrijk en Pruisen bestonden vergelijkbare instellingen.

Omstreeks 1833-1934 bestond er omzeggens nergens nog een actieve burgerwacht, aangezien de spanningen met Nederland teruggelopen waren. Bovendien werden de gemeenten aangesproken om tussen te komen in de financiering van de uniformen voor diegenen die dat zelf niet konden, wat een zware last legde op de gemeentefinanciën. Vanaf 1839 zal er nog slechts in Brussel een actieve burgerwacht bestaan.
Op 02/01/1835 krijgt de burgerwacht een nieuw uniform toegemeten. Het onderscheid met het leger bestaat er voornamelijk in dat de officieren van de burgerwacht de rangonderscheidingstekens in het zilver dragen, terwijl dat in het leger goud is. Burgerwachters zijn voortaan diegenen die niet in het leger gediend hadden en rijk genoeg waren om zelf hun uniform te betalen.

Door de (honger)onlusten in 1847-’48 en de gevolgen van de Franse revolutie onder andere in Risquons-Tout (toen deel van Rekkem, nu Moeskroen) op 29 maart 1848, wordt de burgerwacht nieuw leven ingeblazen. Iedereen is nog steeds verplicht lid te zijn van de burgerwacht, behoudens diegenen die gediend hebben in het leger. De actieve burgerwacht bestaat dan nog enkel in de grote steden en de geïndustrialiseerde gebieden. Diegenen die niet dienden bij de actieve burgerwacht kwamen terecht op namenlijsten van de niet-actieve burgerwacht. Voor hen bestonden geen uniformen, was geen bewapening voorzien en werden er geen oefeningen gehouden. In theorie konden zij snel opgeroepen worden in geval van nood.

Een KB van 1848 regelt de vorm van de sjako’s voor de burgerwacht. Op de broek en het schoeisel na (dat persoonlijke aanschaf was) is het uniform nu officieel vastgelegd. Mettertijd raakt de uniformiteit echter zoek, o.a. omdat de burgerwachters zelf instonden voor de financiering van hun uniform en dus zo lang mogelijk dienst deden in hetzelfde uniform. De burgerwacht werd door de liberale dominantie van het politieke landschap sedert 1848 voornamelijk doordrongen door liberale figuren.

Naast de infanterie van de burgerwacht, bestonden ook verscheidene vrijwilligerskorpsen met zeer sierlijke uniformen en een betere discipline (o.a. de Jagers-Verkenners (later herdoopt in Jagers te Voet), de Chasseurs Volontaires Belges van de Brusselse burgerwacht (later herdoopt in het regiment Koningin Elisabeth), de vrijwillige artillerie en de cavalerie). De burgerij vindt de burgerwacht een operetteleger met zondagssoldaten. De infanteristen oefenden immers slechts enkele zondagen per jaar. De zondag was toen de enige vrije dag. De burgerwacht had geen eigen kazernes. De oproeping gebeurde op gemeentelijk niveau. Paarden en kanonnen werden door de cavalerie en de artillerie geleend bij de burgerij en het leger. De infanteristen bewaarden hun wapen gewoon thuis. De gemeente of een groep van gemeenten waar de burgerwacht actief was, stonden wel in voor de inrichting van een lokaal wapenmagazijn. De Vlaamsgezinde Gentse liberale Minister van Binnenlandse Zaken Gustave Rolin-Jaequemyns zorgde ervoor dat de bewapening verbeterde met de invoer van het Comblaingeweer Mod. 1882.

In 1881 wordt het burgerlijke karakter van de burgerwacht geaccentueerd door de invoering van de bolhoed als hoofddeksel van de infanterie van de burgerwacht. De uniformjas werd een zeer loszittende tuniek die de veranderende lichaamsbouw doorheen de jaren kon opvangen. In 1889 wordt de platte kraag van de tuniek vervangen door een rechtopstaande kraag.
Hoewel de burgerwacht gemobiliseerd kon worden om ten dienste te staan van de landsverdediging, was heer voornaamste taak de ordehandhaving. De burgerwacht werd opgeroepen door de burgemeester. Aangezien de meeste burgerwachters van rijke afkomst waren of hogere posities bekleedden in de maatschappij (notaris, schoolmeesters, …), had hun optreden vaak een kalmerend effect bij onlusten. Dit was echter niet overal het geval. Een groot probleem was dat de infanterie nauwelijks getraind was, dat zij geen ervaring had met onlusten en dat zij enkel het geweer hadden om op te treden (bv geen sabel of kortzwaard), waardoor het wel eens misliep. Zo vielen er slachtoffers door geweerschoten van de burgerwacht in Charleroi (1886), Oostende (1887), Bergen (1893) en Leuven (1902).

Naast ordehandhaving, was de burgerwacht uiteraard gekend om haar parades. In de rangorde kwam zij na het leger. In het leger was de tucht strikt opgelegd. Bij de burgerwacht ging het er enigszins anders aan toe. Zo toonden de burgerwachters tijdens het nationaal défilé hun gehechtheid aan de Vorst door hun hoofddeksel op hun bajonet te steken. Dit was ondenkbaar in het leger.

Er werden zowel nationaal als internationaal schietwedstrijden gehouden voor de burgerwacht. Zo namen burgerwachters deel aan een internationale schietwedstrijd in Wimbledon, waar ze de beker wegkaapten.
Doordat er verscheidene verenigingen ontstonden die ontsproten uit de burgerwacht (muziekkorpsen etc.), werden de banden onderling en met het vaderland versterkt.

Na de grote overwinning voor de Katholieke Partij tijdens de verkiezingen van 1884, zal de burgerwacht vanaf 1892 geleidelijk transformeren van een eerder liberale naar een eerder katholieke instelling. In 1897 ondergaat de burgerwacht een ingrijpende reorganisatie. Het krijgt vanaf dan een meer militaire structuur met vier hoofdkwartieren (telkens met een luitenant-generaal aan het hoofd). Een hoofdkwartier stond vaak in voor twee provincies (bv Leuven viel onder het hoofdkwartier Antwerpen - Brabant). Burgerwachters waren voortaan tussen 21 en 40 jaar oud. In Boom, Borgerhout, Dendermonde, Hoei en Lier worden infanteristen omgevormd tot artilleriecompagnieën, ter ondersteuning van de vestingartillerie. Uiteindelijk gebeurde deze reorganisatie met een verborgen agenda. Door de burgerwacht te reorganiseren had de katholieke regering een excuus om het leger niet te moeten uitbreiden en de loting af te schaffen. Zolang de loting niet afgeschaft was, zal koning Leopold II bovendien weigeren om de bolhoed af te schaffen als hoofddeksel waardoor het burgerlijke karakter van de burgerwacht enigszins bewaard bleef, althans van de infanterie. Vóór 1897 werden alle lagere officieren om de vijf jaar (her)verkozen, vanaf dat jaar werden er enkel nog officieren verkozen indien er een officier wegviel (bv door overlijden). Verscheidene korpsen krijgen bovendien het Mausergeweer model 1889 ter vervanging van de Comblain. Zo zou de Leuvense burgerwacht deze eer als eerste te beurt vallen. In 1898 krijgen de burgerwachters ook een kepie toegemeten, volgens het model in gebruik bij het leger. Dit hoofddeksel, samen met de niet-reglementaire politiemuts, zal de bolhoed in 1914 vaak verdringen te velde.

Door enkele incidenten (o.a. twee schietincidenten in Leuven bij een betoging voor algemeen enkelvoudig stemrecht op 18 april 1902 waarbij zes betogers het leven lieten), de professionalisering van de rijkswacht en de afschaffing van de loting in 1909, verwatert de interesse in de burgerwacht gaandeweg. Niettemin telt de actieve burgerwacht in 1914 nog 46.349 manschappen, de niet-actieve zo’n 100.000. Ongeveer de helft van de infanterie-eenheden waren nog uitgerust met het Comblain-geweer Mod. 1882 (o.a. de eenheden in Antwerpen, Brugge, Gent en Lokeren).

Op 04/08/1914 heeft het parlement de burgerwacht niet gemobiliseerd omdat zij de burgerwacht voornamelijk voor ordehandhaving wou inzetten (kruispunten en banken bewaken etc.). Op 5 augustus werd de niet-actieve burgerwacht geactiveerd en bewapend met weinig militaire wapens als zeisen, jachtgeweren en dergelijke, was hun militaire inzet verwaarloosbaar. Zij worden voornamelijk ingezet voor bewakingsopdrachten of om wegversperringen en controleposten te bemannen. Voor de oorlog was er geen overleg tussen de burgerlijke en de militaire overheden, waardoor de verwarring vrij groot was wat het takenpakket van de burgerwacht betrof. De legerleiding had bovendien weinig vertrouwen in de burgerwacht, waardoor deze aanvankelijk zo goed als genegeerd werd. Gezien het probleem met de franc-tireurs in de Frans-Pruisische oorlog van 1870, was de Duitse legeroverheid allergisch aan de inzet van burgers voor militaire opdrachten en gaven zij dan ook de indruk burgerwachters die zich met dergelijke zaken inlieten standrechtelijk te zullen executeren. Nochtans liet de Conventie van Den Haag de inzet van dergelijke troepen toe onder bepaalde voorwaarden (ze moesten aangevoerd worden door officieren, zichtbaar bewapend zijn en een duidelijk erkenningsteken dragen). Dit was zowel het geval voor de actieve burgerwacht, met hun op militaire leest geschoeide uniformen, als voor de niet-actieve burgerwacht die vanaf 8 augustus een blauwe kiel dienden te dragen met een tricolore armband om de linkermouw (hoewel dit uniformstuk dat verwees naar 1830, op dat moment onvoldoende beschikbaar was) en een metalen tricolore kokarde op hun hoofddeksel. Uit schrik voor represailles ontbond de lokale overheid in verscheidene gemeenten haar burgerwacht, hoewel zij hiertoe niet bevoegd waren. Minister van Binnenlandse Zaken Paul Berryer erkent de burgerwacht op 16 september 1914 expliciet als strijdende partij. Hij wordt hierin bijgetreden door het feit dat de Duitse troepen die Tongeren binnenvielen op 9 augustus de burgerwacht er krijgsgevangen maakte. Er doen aardig wat geruchten de ronde over terechtgestelde burgerwachten, hoewel geen enkel concreet geval is aangetoond van een burgerwachter in uniform die in 1914 standrechtelijk gedood werd. Vermoedelijk is dit nochtans de reden van hun ontbinding op 13 oktober 1914.

Het regiment Koningin Elisabeth (voorheen Volontarires Belges van de Brusselse burgerwacht) zullen op 19 augustus, voor Leuven, mee de aftocht van het Belgisch leger naar het nationaal reduit dekken. Enkele Luikse en Brusselse eenheden die, ternauwernood, weggestuurd waren net voor de aankomst van de Duitse troepen zullen nog ingezet worden eens het veldleger zich teruggetrokken heeft in Antwerpen (19-20/08/1914). In de Groupement Clooten dienen zo’n 10.000 burgerwachten (het regiment Koningin Elisabeth, de compagnie Jagers-Wielrijders van de Brusselse burgerwacht, het eskadron Maria-Hendrika (de cavalerie-eenheid van de Brusselse burgerwacht) en de artilleriedivisie van de Brusselse burgerwacht, de Jagers te Paard van de Luikse burgerwacht en de Jagers te Voet van Brussel Gent en Verviers). Het eskadron Maria-Hendrika wordt tot 15 september 1914 ingezet voor bewakings- en verkenningsopdrachten. Ook de compagnie Jagers-Wielrijders van de Brusselse burgerwacht wordt meermaals ingezet. Op 6 september 1914 sneuvelt haar bevelhebber, kapitein-commandant Koning, in Oordegem. De cavalerie van de Luikse burgerwacht krijgt de opdracht om verkenningen uit te voeren tussen Aalst en Asse, onder leiding van de 42-jarige Kapitein-Commandant Georges “Puck” Chaudoir, een telg uit een rijke bankiersfamilie. Hij is burgemeester van Hamoir en sedert 1902 bevelhebber van de cavalerie van de Luikse burgerwacht. De verkenningen werden uitgevoerd met de persoonlijke voertuigen van enkele leden van de cavalerie, waaronder de rode personenwagen van Chaudoir zelf. De jongere broer van Puck Chaudoir, de 34-jarige luitenant Jacques Chaudoir, die eveneens dienst deed bij de Jagers te Paard van de Luikse burgerwacht raakt op 16 september 1914 gewond in Zottegem en zal twaalf dagen later aan zijn opgelopen verwondingen bezwijken in het hospitaal van Gent.

Vlak na WOI heeft men getracht om de burgerwacht terug op te richten, maar men stuitte op het verzet van de socialisten die niet vergeten waren dat burgerwachters geschoten hadden op stakers voor 1914, waarbij verscheidene doden vielen. Bij de grondwetsherziening van augustus 1921 werd de tekst in de grondwet herzien van (vrij vertaald) “er is een burgerwacht”, naar “er kan een burgerwacht zijn”. Pas op 31 juli 1984 wordt artikel 122 definitief geschrapt uit de Grondwet.

Over en van de burgerwacht bestaan hier en daar nog wat archieven. Vaak kan men in de archieven van de lokale overheden nog briefwisseling vinden van en met de burgerwacht. Vanaf 1874 hield het ministerie van Binnenlandse Zaken ook een dossier bij per officier (deze archieven zouden nagenoeg verloren gegaan zijn). De gemeentelijke overheden stelden controleboeken op (met heel wat gegevens over haar burgerwachten). Deze werden nagenoeg allen vernietigd om niet in handen te vallen van de Duitse bezetter. Er waren echter ook de namenlijsten, waaruit echter niet kon opgemaakt worden of iemand al dan niet lid was van de actieve dan wel de niet-actieve burgerwacht. Interessant om weten is dat de niet-actieve officieren verkozen werden in het jaar na de verkiezing van de actieve burgerwachtofficieren. In het Legermuseum bestaat een Fonds Burgerwacht met uit Moskou teruggekeerde documenten. Dit archief is nog niet volledig geïnventariseerd. Naast deze archieven, kan men ook de Annuaires raadplegen die vanaf 1897 verschenen of de tijdschriften die uitgegeven werden door de burgerwacht (zoals het Brusselse tijdschrift FRANC-TIREUR of het Leuvense LE GARDE CIVIQUE).

Bronnen:
In Bange Tijden: Daar is de burgerwacht, Ring-TV (https://www.ringtv.be/video/bange-tijde ... urgerwacht)
De Burgerwacht in België (1830-1914), lezing door Piet Veldeman, 23/10/2018, 30CC, Leuven
Laurenty Antoine, Les carnets d'un citoyen belge, p. 51
Het Belgische leger in de Grote Oorlog, Uniformen en uitrusting, pp. 184 e.v.
Burgerwacht (België) https://nl.wikipedia.org/wiki/Burgerwacht_(Belgi%C3%AB)
http://www.mechelsepompiers.be/Organisa ... rwacht.php
https://www.hasel.be/

Re: Burgerwacht / Garde Civique 1830 - 1914

Geplaatst: 27 jan 2019 17:45
door clash
Mooi werk, Bram! Ik vul aan met een literatuurlijstje:

Leve het Algemeen Stemrecht! Vive la Garde Civique! De strijd voor algemeen stemrecht, Leuven 1902. Heyrman P., Hoekx R., Veldeman P., Willems B. 2002.
Geschiedenis van de burgerwacht van Leuven in breder kader, met focus op de incidenten tijdens staking van 1902.

De burgerwacht van Antwerpen. Willy Van Geet. 1981.
Zoals de titel zegt, met aandacht voor de "petite histoire"

Histoire de la Garde Civique. Pierre Leclercq. 2005.
Geschiedenis van de burgerwacht van 1830 tot 1914 met aandacht voor de invloed van de politiek op de reorganisaties, in het bijzonder aandacht voor burgerwacht van Luik.

Het Belgische leger in de Grote Oorlog. Uniformen en uitrusting. Dr Pierre Lierneux - Ilse Bogaerts, Emilie Gaillard, Dominique Henrard, Kris Michiels, Sandrine Smet. 2015
Met uitgebreid hoofdstuk over de burgerwacht in 1914.

Le franc tireur Belge. Verschenen van 1866 tot 1914.
Belangenblad van de burgerwacht met vooral aandacht voor de Brusselse en vrijwillig eenheden.

Annuaire officiers de la garde civique. Verschenen van 1897 tot en met 1913.
Jaarlijks verschenen overzicht van de officieren van de actieve eenheden van de burgerwacht.

Bulletin Officiel de la Garde Civique. Verschenen van 1883 (?) tot 1914.
Officieel berichtenblad van de burgerwacht met aankondiging van richtlijnen en reglementen.

groeten,
Bert

Re: Burgerwacht / Garde Civique 1830 - 1914

Geplaatst: 29 jan 2019 12:26
door lionman
Dag iedereen,

En ook :

- Garde Civique - Uniformes, Ministère de l'Intérieur et l'Instruction publique, 1905, Guyot Frères, 124 p
- L'infanterie de la Garde civique et ses uniformes 1830-1881, Louis Leconte, 1932, 88 p
-

Re: Burgerwacht / Garde Civique 1830 - 1914

Geplaatst: 08 feb 2024 21:06
door bruno2900
Ik heb met de metaaldetector eens dit knoopje gevonden van de "Volontaires Belges". De fabrikant is F. Fonson à Brux(elles). F. Fonson is Jean-François Fonson die, samen met zijn broer Jean-Barthélemy, de firma Fonson in 1848 heeft opgericht. Vanaf 1862 tot ongeveer 1900 stond hij alleen aan het roer van het bedrijf. Weet er iemand of dit een knoop kan zijn van een lid van de Burgerwacht, bvb. van de hierboven, door "Bram1940", genoemde Chasseurs Volontaires Belges van de Brusselse Burgerwacht?
1 b.jpg
1 a.jpg

Re: Burgerwacht / Garde Civique 1830 - 1914

Geplaatst: 09 feb 2024 20:51
door Bram1940
Hallo,

Dit is inderdaad een knoop van de Chasseurs Volontaires Belges. Waar heb je die juist gevonden?

Groeten,
Bram