Het 4de Bataljon Commando wordt opgericht op 2 april 1959 met de dienstplichtigen en een gedeelte van het kader van het 2de Bataljon Commando dat vanaf 10 januari ten gevolge van de muiterij te Leopoldstad, naar Belgisch Kongo werd overgevlogen.
Het Bataljon installeert zich te Kitona en van dan af verzekert het een permanente aanwezigheid van de Metropolitaanse Strijdkrachten in Neder-Kongo.
In april 1960, na een verblijf van een jaar te Baki, verlaat het 4de Bataljon Kongo om zich te gaan vestigen in Ruanda. Het moet verschillende keren tussenkomen om de rust te handhaven en om bloedige gevechten tussen Batutsi en Bahutu te voorkomen.
In juli 1960 komen de pelotons zware wapens van de Staf en Diensten compagnie tot tweemaal tussen om hulp te bieden aan de bevolking van Goma en om het vliegveld te veroveren.
De 1ste Compagnie voert een geparachuteerde operatie uit op Bunia en daarna rukt een peloton op naar Mongbwalu om er twee kolonnes van Europese vluchtelingen te ontzetten. Onder weg valt het peloton in drie hinderlagen, drie Commando's worden doodgeschoten : DELAHAUT – SOSNOWSKI – HOSSELET.
In januari 1961 te Kisenyi weerstaat de 1ste Compagnie aan een aanval van het Nationale Kongolese Leger vanuit Goma. De Commando C. RENARD die gevangen genomen werd gedurende een nachtpatrouille, wordt door de Kongolese soldaten vermoord.
Het 4de Bataljon zal de opdracht van handhaving van de openbare orde in Rwanda uitvoeren tot de onafhankelijkheid van dit land, op 1 juli 1962.
Zijn personeel zal gerepatrieerd worden in de loop van de maand juli en het Bataljon zal officieel ontbonden worden op 1 oktober 1962.
In de jaren 70 wordt het 4de Commando een reservebataljon dat gevormd wordt met reservisten uit de andere bataljons terwijl het kader door het Trg C Cdo geleverd wordt. Het is samengesteld uit de 23, 24 en 25ste Compagnie en een Staf en Diensten Compagnie.
Heroproepingen van dit Bataljon in 1974, 77, 83, 86.
Tradities.
Het Koninklijk Besluit n° 7397 van 23 oktober 1959 kent een Standaard toe aan het 4de Bataljon Commando. Het embleem wordt door Z.M. de Koning overhandigd aan Majoor V. BRUNEAU gedurende een plechtigheid die plaats vindt op het voorplein van het Jubelpark op 1 april 1960.
Na de ontbinding van het Bataljon wordt de Standaard in bewaring gegeven in het Koninklijk Legermuseum. Op 20 april 1976 wordt hij aan het Trg C Cdo toegekend.
Het 4de Bataljon Commando had de tradities van de Commandos, groene muts en het kenteken van het 2de Bataljon Commando genomen. Tijdens de jaren 70 heeft, het Bataljon, reserve bataljon van het Regiment Para-Commando dan zijn eigen kenteken, de copij van het wapenschild, ontworpen in 1962 door zijn Korpsoverste, Majoor V. BRUNEAU: een dolk en een palmboom met als achtergrond de Afrikaanse Ster.
Kwartieren.
Bij zijn oprichting in 1959, te Baki, daarna in Ruanda: de Staf en Diensten Compagnie te Kigali, de 1ste Compagnie te Astrida dan te Kisenyi en de 2de Compagnie te Shangugu.
Korpsoversten in Afrika.
Majoor P. Lemercier april-juli 1959
Majoor O. Janssens juli-november 1959
Majoor V. Bruneau nov 59-aug 60
Commandant A. Lemasson aug-okt 60
Commandant J. Vaes a.i. okt 60-jan 61
Majoor P. Lemercier jan-juli 61
Majoor O. Janssens juli 61-feb 62
Majoor V. Bruneau feb-okt 62
Korpsadjudanten.
Adjudant B. Schils 1959-1961
1ste Sergeant-Majoor M. Leiding 1962-1962
[link2]Bron,
http://www.cdomuseum.be/NEERLANDAIS/09_nl.htm[/link2]