De Noordlimburgse grensstelling- aflevering 1
Geplaatst: 28 aug 2011 10:17
De( Noordlimburgse) Grensstelling,een verkenning:
Aflevering 1
1) Inleiding
De aangenomen onafhankelijkheidspolitiek,afgekondigd in 1936,hield een strikte neutraliteit in.België zou zijn verdediging zelf moeten organiseren.Bestaande (soms geheime)overeenkomsten met omringende landen werden opgezegd.Nu was het de opgave om de nodige verdedigingswerken uit te bouwen.Het deel van al die grootse werken dat hier besproken wordt is het Noordlimburgse stuk van de Grensstelling tussen Lommel en het Verbindingskanaal Briegden-Neerharen.Deze verdedigingsstelling vormde een dunne linie zonder diepteuitbouw,waardoor langdurige verdediging niet houdbaar was.Dat was ook niet de bedoeling.Intentie was om i.g.v. een conflict de bruggen over de kanalen te vernietigen om een snelle opmars van de vijand te belemmeren en pogingen om de kanalen met andere middelen over te steken te verhinderen.
Verwacht werd dat deze linie niet langer dan enkele dagen zou standhouden,maar toch lang genoeg om de eigenlijke hoofdverdedigingsstellingen in het binnenland volledig te bemannen en operationeel te maken.
Bij de Duitse inval gebeurde de doorbraak elders en de opmars van de vijand verliep zo vlot dat de Grensstelling geen actieve rol gespeeld heeft in die meidagen van 1940.
Wel werden alle Limburgse bruggen over het kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart opgeblazen.
Na het vernietigen van de bruggen zouden de kanalen moeten fungeren als antitankgrachten,beveiligd door een bunkerlinie.Het waren voornamelijk oeverbunkers die de vijandzijde en de bruggenhoofden bestreken met machinegeweren.Op gevoelige punten waren andere bunkers geplaatst tegen doorbraak.Het betreft lichte antitank bunkers in het verlengde van een brugdek (K-bunkers)en zware bunkers op het jaagpad.
De bewapening van de oeverbunkers bestond meestal uit twee machinegeweren.De K-bunkers hadden als hoofdbewapening een FRC 47mm antitankkanon.
Zware bunkers hadden ook een 47mm ATK,en bovendien machinegeweren.
De opbouw van de definitief bepaalde linie aan de Zuid-Willemsvaart begon in 1935,nadat al enkele bunkers waren gebouwd samen met de alarmlinie, naar eerdere verdedigingsplannen.
Voor deze linie lag dus nog een alarmlinie,bestaande uit zware bunkers tegen doorbraak met meerdere schietopeningen voor mitralleurs,een 47mm ATK,een schijnwerper en observatiekoepel.
Eigenlijk kan niet gesproken worden van een linie,het zijn meer waarschuwingsposten die wel in staat waren tot krachtig verweer.
Deze waarschuwingsposten waren dichter bij de grens geplaatst aan grote wegen naar het achterland.
Dergelijke weerstandsnesten bevonden zich te Maaseik(4bunkers),Kinrooi(3bunkers)Dilsen(1bunker) en nog enkele andere plaatsen.
2) Een korte beschouwing van de voorkomende bunkertypes .
De linie bestond uit 72 bunkers waarvan 44 oeverbunkers,11 K-bunkers,7 zware bunkers tegen doorbraak en 10 mitrailleurbunkers op het jaaggpad
Alhoewel deze bunkers gestandaardiseerd waren zijn er toch verschillen in uitvoering mogelijk,te wijten aan plaatselijke omstandigheden van het terrein of andere factoren.
a)Oeverbunkers
Oeverbunkers werden afhankelijk van de inplanting voorzien van 2 maxim 08 mitrailleurs(cal 7;92mm) of 1 maxim en 1 browning FM.30 machinegeweer(cal 7,62mm) of soms slechts voor 1 maxim mitrailleur.(vb;bunker 34)
Toegang tot de oeverbunkers was via een trap naar beneden met 9 betonnen treden.Daarna volgde een haakse bocht naar links waar men op een pantserdeur stuitte.Links daarvan boven de onderste treden van de trap was er al een uitgang van een vierkante handgranaatbuis bekleed met een metalen voering.Na de pantserdeur gepasseerd te hebben stond men aan de linkerzijde onmiddellijk voor een blindendeur , volledig afsluitbaar door middel van een stalen plaat die met scharnieren op het frame van de deur bevestigd was.De meeste deuren zijn verdwenen,slechts hier en daar zijn er nog te zien.(vb bunker nr 26 in Beek en bunker 25f in Bocholt-anno 2002)Openingen voor het werpen van handgranaten zijn afsluitbaar met een stalen deurtje met grendel.Het plafond is bedekt met een stalen golfplaat om bij een granaatinslag wegschietende brokstukken en betonsplinters tegen te houden.Daartoe was in de binnenwanden net onder de afstrijklaag ook een fijnmazig ijzeren vlechtwerk geplaatst.De wanden van de oeverbunkers zijn aan de frontzijde 1m dik en hebben een dakdikte van 80cm.
Opvallend zijn voorts de chardome affuits voor de maxim mitrailleurs.Een verticale stalen staaf vooraan in de schietopening en een draaiboog op 2 steunen,verankerd in de vloer.Om het affuit te completeren kwam er een plaat op die de pin vooraan als draaipunt had.Op die plaat stond de maxim gemonteerd.Voor de FM .30 moest deze plaat verwijderd worden en met enige improvisatie kon dan dat wapen geïnstalleerd worden.Verder zijn er in de schietkamers steunen voor een legplank om diverse uitrustingsstukken te stockeren.Tussen de 2 schietruimten is een klein tabletje in de wand verankerd waarop een apparaat gemonteerd kon worden om de kogelbanden voor de maxims samen te stellen.Dan zijn er nog verschillende soorten haken om geweren,uitrustingsstukken,of een petroleumlamp aan te hangen. Al deze metalen voorzieningen zijn gegalvanizeerd en hebben de tand des tijds opmerkelijk goed doorstaan.
De schietgaten waren aan de buitenzijde afsluitbaar met stalen deurtjes .De toegang kon afgesloten worden met een stalen afdekplaat.
Een nooduitgang was voorzien.Daartoe diende een gemetseld muurtje aan de achterzijde van de bunker doorbroken te worden.Daarvoor was een zware metalen staaf voorzien in de uitrusting.
Schietopeningen van de maxims werden afgeschermd door oreillons,betonnen uitstulpingen die vijandelijk vuur vanuit de niet door de mitrailleurs bereikbare zone verhinderden.
Voor oeverbunkers was enkel een geschilderd camouflage patroon voorzien,aangepast aan de naaste omgeving. Er waren geen toilet-of slaapvoorzieningen in de oeverbunkers geplaatst.
Dit type van bunkers was ook niet voorzien van observatiekoepels.
bunker 29:een doorsnee oeverbunker
bunker 44:granaatwerpgat en afsluitluik-tablet voor plaatsing van een apparaat voor de montage van kogelbanden
bunker 44:ontsnappingsluik en haak L3 voor kleding
bunker 44 :haak in plafond voor petroleumlamp-steunen voor rek-draaipunt voor de plaat van de chardome-haak L3 tussen de reksteunen
bunker 53: handgranaatopening aan trap
b)zware bunkers tegen doorbraak op het jaagpad
Een reeks van 7 zware bunkers gemarkeerd van I tot VI en 23f werd ter hoogte van bruggen en gevoelige punten opgesteld.Enkel 23f is daarvan overgebleven.
Voornaamste bewapening was een FRC 47mm ATK,meerdere mitrailleurs en hulpmiddelen zoals een observatiekoepel en een schijnwerper.
bunker 23f
c)mitrailleurbunkers op het jaagpad
In deze linie kwamen dergelijke bunkers een tiental maal voor.Sommige gecamoufleerd met een baksteenmantel,eentje zelfs op de vijandzijde van het kanaal gelegen.
De bewapening bestond uit één tot twee machinegeweren.
bunker 11
d) K-bunkers.Een reeks bunkers met schootsveld pal over een brugdek.Hoofdbewapening was een 47mm ATK.Net als alle andere bunkers met een FRC-kanon beschikten ze ook over een schijnwerper.
In tegenstelling tot de zware bunkers waar dergelijk kanon permanent opgesteld stond op een "rolpaard" werd in K-bunkers dit kanon op zijn veldaffuit vastgezet op een betonnen rail.
Slechts 2 van deze bunkers zijn nog bestaand.
bunker K2
Aflevering 1
1) Inleiding
De aangenomen onafhankelijkheidspolitiek,afgekondigd in 1936,hield een strikte neutraliteit in.België zou zijn verdediging zelf moeten organiseren.Bestaande (soms geheime)overeenkomsten met omringende landen werden opgezegd.Nu was het de opgave om de nodige verdedigingswerken uit te bouwen.Het deel van al die grootse werken dat hier besproken wordt is het Noordlimburgse stuk van de Grensstelling tussen Lommel en het Verbindingskanaal Briegden-Neerharen.Deze verdedigingsstelling vormde een dunne linie zonder diepteuitbouw,waardoor langdurige verdediging niet houdbaar was.Dat was ook niet de bedoeling.Intentie was om i.g.v. een conflict de bruggen over de kanalen te vernietigen om een snelle opmars van de vijand te belemmeren en pogingen om de kanalen met andere middelen over te steken te verhinderen.
Verwacht werd dat deze linie niet langer dan enkele dagen zou standhouden,maar toch lang genoeg om de eigenlijke hoofdverdedigingsstellingen in het binnenland volledig te bemannen en operationeel te maken.
Bij de Duitse inval gebeurde de doorbraak elders en de opmars van de vijand verliep zo vlot dat de Grensstelling geen actieve rol gespeeld heeft in die meidagen van 1940.
Wel werden alle Limburgse bruggen over het kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart opgeblazen.
Na het vernietigen van de bruggen zouden de kanalen moeten fungeren als antitankgrachten,beveiligd door een bunkerlinie.Het waren voornamelijk oeverbunkers die de vijandzijde en de bruggenhoofden bestreken met machinegeweren.Op gevoelige punten waren andere bunkers geplaatst tegen doorbraak.Het betreft lichte antitank bunkers in het verlengde van een brugdek (K-bunkers)en zware bunkers op het jaagpad.
De bewapening van de oeverbunkers bestond meestal uit twee machinegeweren.De K-bunkers hadden als hoofdbewapening een FRC 47mm antitankkanon.
Zware bunkers hadden ook een 47mm ATK,en bovendien machinegeweren.
De opbouw van de definitief bepaalde linie aan de Zuid-Willemsvaart begon in 1935,nadat al enkele bunkers waren gebouwd samen met de alarmlinie, naar eerdere verdedigingsplannen.
Voor deze linie lag dus nog een alarmlinie,bestaande uit zware bunkers tegen doorbraak met meerdere schietopeningen voor mitralleurs,een 47mm ATK,een schijnwerper en observatiekoepel.
Eigenlijk kan niet gesproken worden van een linie,het zijn meer waarschuwingsposten die wel in staat waren tot krachtig verweer.
Deze waarschuwingsposten waren dichter bij de grens geplaatst aan grote wegen naar het achterland.
Dergelijke weerstandsnesten bevonden zich te Maaseik(4bunkers),Kinrooi(3bunkers)Dilsen(1bunker) en nog enkele andere plaatsen.
2) Een korte beschouwing van de voorkomende bunkertypes .
De linie bestond uit 72 bunkers waarvan 44 oeverbunkers,11 K-bunkers,7 zware bunkers tegen doorbraak en 10 mitrailleurbunkers op het jaaggpad
Alhoewel deze bunkers gestandaardiseerd waren zijn er toch verschillen in uitvoering mogelijk,te wijten aan plaatselijke omstandigheden van het terrein of andere factoren.
a)Oeverbunkers
Oeverbunkers werden afhankelijk van de inplanting voorzien van 2 maxim 08 mitrailleurs(cal 7;92mm) of 1 maxim en 1 browning FM.30 machinegeweer(cal 7,62mm) of soms slechts voor 1 maxim mitrailleur.(vb;bunker 34)
Toegang tot de oeverbunkers was via een trap naar beneden met 9 betonnen treden.Daarna volgde een haakse bocht naar links waar men op een pantserdeur stuitte.Links daarvan boven de onderste treden van de trap was er al een uitgang van een vierkante handgranaatbuis bekleed met een metalen voering.Na de pantserdeur gepasseerd te hebben stond men aan de linkerzijde onmiddellijk voor een blindendeur , volledig afsluitbaar door middel van een stalen plaat die met scharnieren op het frame van de deur bevestigd was.De meeste deuren zijn verdwenen,slechts hier en daar zijn er nog te zien.(vb bunker nr 26 in Beek en bunker 25f in Bocholt-anno 2002)Openingen voor het werpen van handgranaten zijn afsluitbaar met een stalen deurtje met grendel.Het plafond is bedekt met een stalen golfplaat om bij een granaatinslag wegschietende brokstukken en betonsplinters tegen te houden.Daartoe was in de binnenwanden net onder de afstrijklaag ook een fijnmazig ijzeren vlechtwerk geplaatst.De wanden van de oeverbunkers zijn aan de frontzijde 1m dik en hebben een dakdikte van 80cm.
Opvallend zijn voorts de chardome affuits voor de maxim mitrailleurs.Een verticale stalen staaf vooraan in de schietopening en een draaiboog op 2 steunen,verankerd in de vloer.Om het affuit te completeren kwam er een plaat op die de pin vooraan als draaipunt had.Op die plaat stond de maxim gemonteerd.Voor de FM .30 moest deze plaat verwijderd worden en met enige improvisatie kon dan dat wapen geïnstalleerd worden.Verder zijn er in de schietkamers steunen voor een legplank om diverse uitrustingsstukken te stockeren.Tussen de 2 schietruimten is een klein tabletje in de wand verankerd waarop een apparaat gemonteerd kon worden om de kogelbanden voor de maxims samen te stellen.Dan zijn er nog verschillende soorten haken om geweren,uitrustingsstukken,of een petroleumlamp aan te hangen. Al deze metalen voorzieningen zijn gegalvanizeerd en hebben de tand des tijds opmerkelijk goed doorstaan.
De schietgaten waren aan de buitenzijde afsluitbaar met stalen deurtjes .De toegang kon afgesloten worden met een stalen afdekplaat.
Een nooduitgang was voorzien.Daartoe diende een gemetseld muurtje aan de achterzijde van de bunker doorbroken te worden.Daarvoor was een zware metalen staaf voorzien in de uitrusting.
Schietopeningen van de maxims werden afgeschermd door oreillons,betonnen uitstulpingen die vijandelijk vuur vanuit de niet door de mitrailleurs bereikbare zone verhinderden.
Voor oeverbunkers was enkel een geschilderd camouflage patroon voorzien,aangepast aan de naaste omgeving. Er waren geen toilet-of slaapvoorzieningen in de oeverbunkers geplaatst.
Dit type van bunkers was ook niet voorzien van observatiekoepels.
bunker 29:een doorsnee oeverbunker
bunker 44:granaatwerpgat en afsluitluik-tablet voor plaatsing van een apparaat voor de montage van kogelbanden
bunker 44:ontsnappingsluik en haak L3 voor kleding
bunker 44 :haak in plafond voor petroleumlamp-steunen voor rek-draaipunt voor de plaat van de chardome-haak L3 tussen de reksteunen
bunker 53: handgranaatopening aan trap
b)zware bunkers tegen doorbraak op het jaagpad
Een reeks van 7 zware bunkers gemarkeerd van I tot VI en 23f werd ter hoogte van bruggen en gevoelige punten opgesteld.Enkel 23f is daarvan overgebleven.
Voornaamste bewapening was een FRC 47mm ATK,meerdere mitrailleurs en hulpmiddelen zoals een observatiekoepel en een schijnwerper.
bunker 23f
c)mitrailleurbunkers op het jaagpad
In deze linie kwamen dergelijke bunkers een tiental maal voor.Sommige gecamoufleerd met een baksteenmantel,eentje zelfs op de vijandzijde van het kanaal gelegen.
De bewapening bestond uit één tot twee machinegeweren.
bunker 11
d) K-bunkers.Een reeks bunkers met schootsveld pal over een brugdek.Hoofdbewapening was een 47mm ATK.Net als alle andere bunkers met een FRC-kanon beschikten ze ook over een schijnwerper.
In tegenstelling tot de zware bunkers waar dergelijk kanon permanent opgesteld stond op een "rolpaard" werd in K-bunkers dit kanon op zijn veldaffuit vastgezet op een betonnen rail.
Slechts 2 van deze bunkers zijn nog bestaand.
bunker K2